VisionFive - Mender - Yocto

Deel 4 - Een artefact voor Mender maken

artefact voor Mender

Een artefact voor Mender maken

We gebruiken de tak Yocto Kirkstone voor ontwikkeling. We gaan ervan uit dat u al een werkende ontwikkelingsomgeving heeft geïnstalleerd en ingesteld zoals beschreven in VisionFive - Mender - Yocto - Deel 1, VisionFive - Mender - Yocto - Deel 2 en in VisionFive - Mender - Yocto - Deel 3.

Mender-artefact

Mender gebruikt artefacten om de software-updates te verpakken voor levering aan apparaten. Afhankelijk van welke versie van Mender-server u gebruikt, heeft u meer of minder features. Een overzicht van de Mender-versies en -functies wordt weergegeven bij Vergelijking van Mender-functies.

Omdat we een open-source Mender-server gebruiken, kunnen we alleen een compleet bestandssysteemartefact aanmaken, bijv. de volledige rootfs zit in het artefact.

Yocto maakt een artefact

Elke keer als u het volledige Linux-image bitbakt

bitbake vision-five-image-mender

krijgt u een artefact. In dezelfde directory waar u het .sdimg bestand vindt, vindt u ook een .mender-bestand. Dit is het gemaakte artefact. Voor het testen kunt u een nieuw programma (bijv. nano als teksteditor) toevoegen of, indien reeds geïnstalleerd, verwijderen.

Belangrijk

Elk artefact moet een unieke releasenaam hebben. U moet dus de variabele 'MENDER_ARTIFACT_NAME' in uw local.conf-bestand wijzigen. U kunt bijvoorbeeld 'name' + 'sequential numbering' + 'date' gebruiken

Artefact uploaden naar Mender-server

Log in op uw Mender-server, ga naar 'Releases' en klik op de knop Upload. Kies uw .mender-bestand en upload het. De Mender-server herkent automatisch de 'MENDER_ARTIFACT_NAME'.

Deploy release

Als het artefact is geüpload, kunt u direct op de knop 'CREATE DEPLOYMENT WITH THIS RELEASE' klikken om een deployment aan te maken. Selecteer een apparaatgroep en klik op 'VOLGENDE'. Klik vervolgens op 'CREATE' en de implementatie wordt gemaakt.

Uitrol

Afhankelijk van de polling-intervallen die zijn gedefinieerd in de Mender-client, begint de Mender-client op het apparaat het artefact te downloaden en installeert het in de niet-actieve rootpartitie.

Daarna werd een reboot geïnitialiseerd en - indien succesvol - gecommitteerd aan de server.

Als de installatie/reboot niet succesvol was, wordt het apparaat opgestart vanaf de rootfs-partitie, die wordt gebruikt voor het downloaden van het artefact.